naar hoofdpagina


Voor achtergrondartikel, klik op kop.

8.12.19

De kwestie verwarde personen

Naar een andere benadering van onbegrepen gedrag

door Bauke Koekkoek
2019

Recensie van Mira de Vries

In de hype en hysterie rond "verwarde" personen is de heldere stem van Koekkoek een verademing.

De indruk bij het publiek en in de media is dat vanwege bezuinigingen er steeds meer verwarde mensen op straat bivakkeren. Aan die perceptie draagt bij dat rond de tijd dat de overheid besloot zorgbedden te verminderen, de politie begon met bijhouden van meldingen over verwarde personen. De betekenis van het begrip "verward" wordt door de politie zelf ingevuld.

Het aantal meldingen is sinds het begin van het bijhouden inderdaad gestegen, maar dat betekent niet dat het aantal personen is gestegen. Het aantal meldingen geeft ook niet weer wat er aan de hand is. Meldingen over mensen die een strafbaar feit (bv moord) hebben gepleegd zijn niet inbegrepen bij deze categorie. Wel meldingen die gemaakt worden uit bezorgdheid of vanwege overlast. Ook komen er meldingen van personeel in (gesloten) zorginstellingen waar de gemelde persoon opgenomen is. Maar liefst 30% van de meldingen zijn afkomstig van de verwarde persoon zélf. Deze statistieken passen niet in het beeld van gevaarlijke gekken die op straat rond lopen vanwege gebrek aan bedden in instellingen. Dat het aantal meldingen bij de politie stijgt kan deels verklaard worden door het wegvallen van andere meldpunten.

Tegenover de stijging van het aantal meldingen over verwarde personen is een daling van aangiften van misdrijven. Het budget voor veiligheid is kleiner dan dat voor zorg. Koekkoek lijkt dit mee te delen zonder te suggereren dat er een verschuiving plaatsvindt. Wordt wat vroeger met criminaliteit werd geassocieerd nu geregistreerd als verwardheid?

Mensen die de stempel verward krijgen hebben moeite met leven, bv vanwege gebrek aan geld, warmte, sociale handigheid, cognitieve slimheid of een netwerk, zegt Koekkoek. Het tekort aan sociale huurwoningen draagt hieraan bij. Als je nog niet verward bent wanneer je dakloos raakt, dan word je het wel. Hij merkt wrang op dat één jaar in een kliniek ongeveer hetzelfde kost als zestig jaar huurtoeslag.

De mensen waarover gemeld wordt hebben uiteenlopende behoeften. Soms is een gesprekje of korte handeling voldoende. In andere gevallen is blijvende ondersteuning van praktische aard nodig. De professionals die ingeschakeld worden kunnen deze lichte vormen van zorg meestal niet bieden. Ze gaan er niet over of kunnen zich niet inleven in de beleveniswereld van de gemelde persoon. Dit leidt tot escalatie: de lagere professional verwijst door naar een hogere professional. Het proces gaat door tot de gemelde, in een traject van jaren, terecht komt bij de meest zware vorm van zorg met ingrijpende behandelingen waaronder isolatie, fixatie en gedwongen medicatie. Vooral bij jongeren leiden de dwangmaatregelen tot agressie. Het eindstation is de duurste vorm van zorg met de laagste kwaliteit van leven voor de gemelde, met slechts zeer geringe kans ooit terug te keren in de maatschappij. Zo ver zou het niet hoeven te komen als aan het begin van het traject de hulp die echt nodig was zou zijn geboden in plaats van de "hulp" die valt binnen de expertisegebieden van de ingeroepen professionals, stelt hij.

Ongehinderd door onwetendheid over wie de verwarde personen zijn, wat zij wel of niet nodig hebben en de spraakverwarring tussen professionals, wordt de perceptie van het probleem door belangengroepen aangegrepen voor eigen doelen. Beroepsverenigingen lobbyen zich suf voor meer salaris en macht.

Opeenvolgende kabinetten, links en rechts, breken hun hoofd over de balans tussen solidariteit en zelfregie. In de jaren '50 sprak de politiek van "particulier initiatief." In de jaren '60 was het "verantwoordelijk burgerschap." In de jaren '80 sprak de politiek van een "zorgzame samenleving" en vanaf 2010 over een "participatiemaatschappij." Ondanks de retoriek groeit de publieke sector altijd. De huidige zogenaamde markt wordt sterk gereguleerd door allerlei instanties en noodremmen. Van concurrentie tussen instellingen is geen sprake. Verre van verwarde personen van elkaar af te snoepen, gooien ze ze liever bij elkaar over de schutting.

Overheidsbeleid heeft onvoorziene neveneffecten en werkt zelfs averechts. Een voorbeeld is de WAO, bedoeld voor mensen die vanwege langdurige ziekte of invaliditeit niet meer kunnen werken. In de praktijk is het vooral een oplossing geworden voor arbeidsconflicten.

De verwachtingen die het brede publiek heeft van de GGZ zijn te hoog. De beroepsgroepen dragen zelf bij aan deze irreële verwachtingen. De meest effectieve hulpverleners zijn niet degenen met de meeste opleiding, langste ervaring of hoogste hiërarchische positie, maar degenen die hun ego in toom kunnen houden, zich inleven in de behoeften van de betrokkene en de-escalerend optreden. Tevens dient erkend te worden dat sommige problemen niet opgelost kunnen worden. Deze stellingen zijn MeTZelf uit het hart gegrepen.

Het aantal mensen in de psychische zorg en de kosten daarvan zijn in de laatste vijftig jaar verviervoudigd zonder dat er een positief effect op de maatschappelijke problematiek is. Van de meldingen waarbij het is bijgehouden, blijkt dat bijna allemaal (92,6%) gaan over mensen die al in de zorg zitten, en van degenen die vaker gemeld worden, is bij 98% zorg betrokken. Het is Koekkoek vergeven dat hij er niet bij zegt dat veel verwardheid veroorzaakt wordt door de GGZ. Hij is zelf werkzaam in de zorg en kan zich niet veroorloven gebrandmerkt te worden als klokkenluider. Dit boek is sowieso al bijzonder gewaagd. 

Koekkoek schrijft helder en respectvol. Hij slaat de spijkers op de kop. Dit boek is absoluut een aanrader.

Tot slot, het oogt zeer fraai met pagina's in meerdere kleuren en mooie illustraties.

Geen opmerkingen:

Blogarchief