naar hoofdpagina


Voor achtergrondartikel, klik op kop.

24.9.08

UITZENDING ZEMBLA op 21 en 23 september 2008

" D e P i e k e r p i l "

I n l e i d i n g:

Er worden steeds meer anti-depressiva geslikt, in Nederland nu door ongeveer een miljoen mensen.

Bekende merken zijn thans: Lexapro, Paroxetine (Seroxat), Efexor, in de jaren negentig Prozac .

Mensen komen bij de huisartsen terecht als zij zich niet zo goed voelen vanwege psychische klachten. Huisartsen hebben weinig tijd en schrijven al snel een anti-depressivum voor (zij schrijven 80% van deze recepten). Ook psychiaters zijn vlot met dergelijke middelen. De pharmaceutische industrie beveelt deze "medicijnen" sterk aan. Wat dit allemaal tengevolge kan hebben voor de patiënten, daar wordt nauwelijks naar gekeken. Deze industrie verdient miljarden aan deze "medicijnen" !

I n t e r v i e w s:

Van Wolffers (Vrije Universiteit Amsterdam), medisch anthropoloog:

Mensen worden te snel ziek verklaard als zij met psychische klachten komen, zoals neerslachtigheid en lusteloosheid.

Al snel heten ze dan depressief te zijn en krijgen medicijnen, anti-depressiva, voorgeschreven. Deze middelen zouden alleen goed voor diep-depressieve mensen kunnen zijn.

Trudy Dehue (hoogleraar aan de Universiteit van Groningen), wetenschapsfilosofe en psychologe:

zegt dat de industrie de behoefte aan - en dus de verkoop van - anti-depressiva sterk beïnvloedt, o.m. door hun depressietest op de computer, waarbij mensen zichzelf kunnen testen aan de hand van vragen en al snel het predicaat "depressief" opgedrukt krijgen. Aangeraden wordt dan naar de dokter te gaan met deze mededeling.

Woordvoerder pharmaceutische industrie:

Mensen hebben behoefte aan die tests en wij voorzien daarin.

Trudy Dehue:

De maatschappij is veeleisend: je moet een vrolijk, succesvol mens zijn en uiterlijk en innerlijk rimpelloos!

Patient 1:

Een overwerkte man met 50 personeelsleden. Hij was prikkelbaar en moe en ging naar de huisarts. Hem werd verteld door de huisarts dat hij misschien een gebrek aan serotonine in de hersenen had en aan de anti-depressiva moest. Patient dacht daarom dat het zou helpen!

Patient 2:

Voelde zich erg neerslachtig, kwam bij haar huisarts terecht en kreeg hetzelfde verhaal te horen: gebrek aan serotonine en net als bij gebrek aan insuline bij suikerziekte, zou dit moeten toegevoegd via een anti-depressivum.

Trudy Dehue:

vraagt zich af of dat wel zo is. Op de website van de pharmaceutische industrie liet zij suggestieve beelden zien over de werking van de hersenen en de uitleg dat bij depressiviteit de hersenen een stofje tekort kwamen, namelijk serotonine. Echter, de wetenschap (verbonden met die industrie) spreekt alleen vermoedens uit. Men dekt zich van wetenschappelijke en pharmaceutische zijde in en is nooit duidelijk met uitspraken.

Industrie:

Wij geven slechts voorlichting en als dat suggestief zou zijn, dan ligt dat aan de maker van de website. Natuurlijk willen wij verkopen, maar wij menen een goed product te leveren.

P. Healy, psychiater:

Er is niets mis met de hersenen van een depressief persoon en er is geen serotonine-tekort, net zoiets als een vitamine-tekort. Het is een bedenksel, maar het werkt goed bij deze prima marketing-methoden van de pharmaceutische industrie! Anti-depressiva werken nauwelijks beter dan placebo's en 4 op de 5 patienten zouden zonder pillen kunnen en na enkele maanden vanzelf weer hersteld zijn. Een goed gesprek en een wandeling werken beter ! De huisartsen zijn dom om deze anti-depressiva zo gemakkelijk voor te schrijven.

Huisarts:

Veel huisartsen hebben te weinig tijd voor een goed gesprek en de pillen zijn snel op een recept te halen. De huisartsen zijn verantwoordelijk voor 80% van de recepten voor anti-depressiva.

Van Wolffers:

spreekt zichzelf nu wat tegen (zie boven), want hij erkent nu het gevaar van bijwerkingen, ook bij diep-depressieve mensen, zoals: afvlakking van de persoonlijkheid, zombie-gedrag, parkinsonachtige verschijnselen, aantasting van hart- en bloedvaten.

Healy:

Normale proefpersonen, die anti-depressiva kregen toegediend, werden depressief, angstig, suicidaal, enz.

Met andere woorden: de "medicijnen" kunnen zelf de oorzaak van deze gemoedsaandoeningn zijn.

Patient 1: Ik ben gestopt zonder de huisarts te raadplegen, want die zou toch niets anders weten. Hij kreeg geen ontwenningsverschijnselen.

Patient 2:

wilde zelf stoppen - de huisarts niet - maar kreeg wel ontwenningsverschijnselen (waaronder ernstige slapeloosheid) en zij slikt dus maar weer door. Ze klaagde erover dat niemand, ook de huisarts niet, haar had gewaarschuwd dat er ontwenningsverschijnselen konden ontstaan bij het stoppen met anti-depressiva.

Healey:

Na afkicken hoeft er geen terugkeer van depressieverschijnselen te komen.

Wolffers:

Er zijn psychiaters, die banden hebben met de pharmaceutische industrie. Deze industrie zorgt voor eenzijdige voorlichting tijdens, mede door hen gefinancierde, nascholing van artsen. Ook medische artikelen worden door hen herschreven. Het wetenschappelijk onderzoek wordt grotendeels door hen betaald en ongunstige uitkomsten worden daardoor meestal weggelaten.

Industrie:

De artsen zijn op de hoogte van dit alles en kunnen hun keuzes en afwegingen maken. Het is aan hun wat zij aan de patiënten gaan voorschrijven, niet aan ons.

Apotheker:

Medische specialisten willen ervaring opdoen met nieuwe middelen. Het aanbod creëert de vraag naar medicijnen.

Hij bemerkt een toename van de vraag naar anti-depressiva.

Huisarts:

Er is een intensieve marketing om doktoren te beïnvloeden. De pharmaceutische industrie wil verkopen!

Trudy Dehue:

Het onderzoek aan de universiteit moet tegenwoordig het geld zien binnen te halen, dat zij van opdrachtgevers kunnen krijgen. Daardoor zijn zij financiëel afhankelijk geworden en bedienen de opdrachtgevers, waaronder ook de pharmaceutische industrie. Voorheen waren de wetenschappers aan de universiteit onafhankelijk bij hun onderzoeken. De subsidie voor medicijnonderzoek is door de vorige regering ingetrokken (minister Hoogervorst) en daardoor zijn de wetenschappers afhankelijk geworden van de pharmaceutische industrie, die goede beoordelingen willen zien van nieuwe medicijnen.

Industrie:

Universiteiten vinden het prettig om met de industrie samen te werken.

Healy:

De pharmaceutische industrie zorgt voor de verslaggeving, het weglaten van ongunstige bijwerkingen en alleen positieve onderzoeksresultaten worden vermeld. Dit leidt tot onvolledige voorlichting bij arts en patiënt.

Seroxat heeft bijvoorbeeld belangrijke bijwerkingen zoals suïcide.

Industrie:

Lang geleden zijn er wel eens fouten gemaakt, maar nu gaat het allemaal veel beter en het zal nog beter gaan in de toekomst.

Healy:

De industrie kende allang de kwalijke bijwerkingen, doch heeft dat verzwegen! Het is een schandaal zo met kwetsbare mensen om te gaan. Patiënten kunnen met behulp van hun arts langzaam stoppen met het gebruik van anti-depressiva, als zij dat willen. Vanwege de ontwenningsverschijnselen, kan het enige maanden duren er vanaf te zijn. Door deze tijd moet men dan heen zien te komen. Er zijn minder schadelijke therapieën mogelijk, waarbij gesprekken weer een voorname rol gaan spelen en waarbij voldoende tijd wordt ingeruimd voor mensen met psychische klachten.

Dit verslag is van MeTZelf lid Sophie Hiddema

23.9.08

Zeven doden bij het gebruik van zogeheten onrustbanden

'Ondermaatse zorg overal in psychiatrie’

"De geestelijke gezondheidszorg wordt binnen de wereld van de gezondheidszorg vaak een ’black box’ genoemd omdat er weinig inzicht is in de vraag hoe het geld er wordt besteed, wat artsen precies met hun patiënten uithalen en of behandelingen ook zinvol zijn."

Ook dit is het gevolg van geloof in psychiatrie.

Het risico is levensgroot dat deze ouders hun kinderen niet alleen getraumatiseerd, maar ook gedrogeerd terug krijgen. En dan krijgen zij de schuld van de ellende die het gevolg is van de drogering van hun kinderen.

22.9.08

Wachtkamer eerste hulp overvol

Met dank aan René Leisink:

Een pilletje Ritalin is zo geregeld via een bevriende ADHD-patiënt.

"Manische Wim Maljaars overleed begin september in een isoleercel."

In het ene bericht was hij "manisch", in het andere "schizofreen". Aan de hand van de omschrijvingen van zijn vrienden in Nova valt te vermoeden dat het enige dat hem mankeerde was dat hij vergiftigd werd door psychofarmaca.

Blogarchief